Zwaagdijk, 15 mei 2011

 

Aan:

Landelijke Klachtencommissie Onderwijs

Postbus 85191
3508 AD  Utrecht

 

Betreft: reactie op uw advies inzake klacht 104907

 

Geachte leden van de Landelijke Klachtencommisie Onderwijs,

 

Wij hebben uw advies aan de school ontvangen, en danken u voor uw advies.

 

Belangrijkste kritiek op uw conclusies

Zoals reeds aan u medegedeeld hebben wij op 20 april uit betrouwbare bron vernomen over de resultaten van uw bespreking van onze klachten op maandag 18 april, waarna wij grote zorgen gekregen hebben over uw objectiviteit. Met de ontvangst van uw advies aan het Copernicus blijken onze zorgen terecht geweest te zijn. U doet zelfs geen enkele poging de schijn van objectiviteit hoog te houden! Bij uw overwegingen noemt u een aantal zaken die niet op feiten gebaseerd zijn en die reeds weerlegd zijn in ons klaagschrift en de bijgevoegde bewijzen.

Bij onze eerste en belangrijkste klacht doet u nog een poging de onvermijdelijke harde conclusies over de afdelingsleidster (een beetje) te verzachten, maar dat verzachten heeft natuurlijk helemaal niets met de realiteit te maken (zie verder).

Bij de derde klacht zijn uw woorden “niet in strijd” abject en te gek voor woorden. Hoe is die stellingname mogelijk bij volwassen mensen? Het zegt alles over u maar uiteraard niets over de enorme verschillen tussen de waarheid (de geluidsopname) en de opgeschreven leugens in het verweerschrift. U zou zich zéér diep moeten schamen voor uw stellingname; zie de tabel met de verschillen (zie verder).

 

Dankwoord richting de klachtencommissie

Graag willen wij u ondanks uw duidelijke vooringenomenheid bedanken. U heeft de school namelijk gevraagd een verweerschrift te schrijven. In dat verweerschrift staan tientallen vuile leugens die de afdelingsleidster en de voormalig directeur samen verzonnen hebben. De school heeft met het verweerschrift zichzelf behoorlijk belachelijk gemaakt. Daarom biedt (een geanonimiseerde versie van) dat verweerschrift voor ons als groep ouders veel mogelijkheden, en sinds u ons het verweerschrift heeft toegezonden verkeren wij als ouders in een feeststemming. Ondanks het feit dat objectiviteit bij u volledig ontbroken heeft (zie uw overleg van 18 april), is uw bemoeienis per saldo daarom toch positief geweest.

 

Graag willen wij u wijzen op de blunders die u gemaakt heeft bij uw overwegingen:

 

Eerste (en veruit de belangrijkste) klacht:

“De heer Wiering klaagt erover dat [de afdelingsleidster] meerdere malen leugens heeft verspreid (mondeling en schriftelijk) over zijn zoon Mark en dat zij heeft geweigerd hiervoor haar excuses aan te bieden.”

 

Overwegingen van de commissie over dit punt:

 

“Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen is de Commissie gebleken dat de

school en klager ervoor willen zorgen dat Mark de juiste begeleiding krijgt. Om dat te kunnen

realiseren is samenwerking tussen de school en de ouders van Mark nodig. De samenwerking

tussen de school en de ouders van Mark is het eerste schooljaar redelijk goed verlopen. Het

tweede schooljaar zijn er problemen ontstaan. Volgens klager is dat gekomen omdat de afdelingsleider leugens over zijn zoon heeft verspreid. De Commissie stelt vast dat het klager met name dwars zit dat de afdelingsleider de beschuldiging dat Mark met zijn handen richting de borsten van een klasgenote bewoog mede heeft gebaseerd op verklaringen van twee conciërges.

Ter zitting is gebleken dat de twee conciërges het voorval op 28 september 2010 niet hebben

gezien. Verder is gebleken dat de afdelingsleider niet direct na het incident en ook niet op

een later moment heeft gesproken met de conciërges. De afdelingsleider heeft niet weersproken dat ze op 29 september 2010 aan klager heeft verteld dat twee conciërges ooggetuigen waren van het voorval. Niet is gebleken dat de afdelingsleider hier later bij klager op terug is gekomen. Ook toen klager tijdens de verschillende gesprekken die school met hem heeft gevoerd, steeds weer terugkwam op het incident en ondanks het feit dat klager de afdelingsleider meerdere malen heeft verzocht om excuses aan te bieden heeft zij geen aanleiding gezien om klager hierin tegemoet te komen. Dat nu had wel op haar weg gelegen omdat van een professional verwacht mag worden dat die gemaakte fouten in de communicatie erkent en rechtzet. Door dit na te laten is de communicatie verstoord gebleven. Dat de afdelingsleider overigens opzettelijk onwaarheden heeft verspreid is de Commissie niet gebleken. Dat neemt niet weg dat verweerster steken heeft laten vallen op het gebied van de communicatie met klager. Wetende welk belang klager hechtte aan de weergave van het incident, had het op haar weg gelegen om klager daarin tegemoet te komen, indien nodig door het aanbieden van excuses over het kennelijk foutieve beeld dat van het incident was ontstaan en de onduidelijkheid over de rol van de conciërges. In zoverre is de klacht naar het oordeel van de Commissie gegrond. Voor zover in het dossier van Mark staat dat twee conciërges ooggetuigen waren van het incident op 28 september 2010 zal de Commissie aanbevelen om dat te verwijderen uit het dossier.”

 

U schrijft dus: “Dat de afdelingsleider overigens opzettelijk onwaarheden heeft verspreid is de Commissie niet gebleken.”

Geachte klachtencommissie, het is duidelijk dat u met deze zin getracht heeft de onvermijdelijke harde conclusies over de afdelingsleidster (een beetje) te verzachten, maar dat verzachten heeft natuurlijk helemaal niets met de realiteit te maken. De afdelingsleidster heeft bij herhaling, met ingang van 28 september 2010 tot en met de hoorzitting op 6 april 2011, haar ziekelijke fantasie de vrije loop gelaten, ze heeft bij herhaling geweigerd haar excuses daarvoor aan te bieden, ze heeft op 12 oktober 2010 een in alle opzichten misselijkmakende schorsingsbrief geschreven vol met smerige leugens, waaronder tot twee maal toe de totaal ongefundeerde stelling dat Mark een gevaar zou vormen voor de docenten. Wij hebben de school meerdere malen verzocht om een onderbouwing van de valse aantijgingen, maar die hebben wij nooit ontvangen.

 

Tweede klacht:

“Bovendien klaagt de heer Wiering erover dat de afdelingsleider van klas 2 op basis van leugens het slachtoffer (Mark) straft, terwijl de daders (medeleerlingen van Mark) ongestraft blijven.”

 

Overwegingen van de commissie over dit punt:

 

“De klacht dat de afdelingsleider Mark straft en anderen ongestraft laat heeft de afdelingsleider weersproken. Het is de Commissie ook niet gebleken dat Mark meer werd bestraft dan andere leerlingen. Bovendien heeft klager beaamd ervan op de hoogte te zijn dat naar aanleiding van het voorval op 1 oktober 2010 niet alleen Mark maar ook een medeleerling is geschorst. Doordat de klacht is weersproken en klager zijn klacht niet nader heeft onderbouwd, bijvoorbeeld door middel van getuigenverklaringen, is niet aannemelijk geworden dat alleen Mark is gestraft. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond.”

 

Geachte commissie, u gaat hier uit van pertinent onjuiste informatie.

In totaal zijn er eind september/begin oktober 2010 drie incidenten geweest (zie ook de ingediende klachten en bijlagen):

  1. Het bustenincident van dinsdag 28 september 2010, waarbij Mark 100% onschuldig was. Pestkop R. heeft Mark geslagen en Pestkop R. werd op 29 september 2010 door de afdelingsleidster daarom omschreven als held omdat hij zou hebben ingegrepen bij het bustenincident. De véél latere stelling van de afdelingsleidster dat Pestkop R. naar aanleiding van het bustenincident een “waarschuwing” gekregen zou hebben, is dan ook een leugen. Bovendien is de vraag: als Mark geslagen werd door Pestkop R. (zoals wèl geconstateerd werd door de conciërge en de onderwijsassistent!), waarom werd Pestkop R. dan niet geschorst?? Bovendien was het niet de eerste keer: Pestkop R. had Mark eerder een flink blauw oog geslagen uitsluitend en alleen om € 10,- te kunnen verdienen (zie de politie-aangifte bij onze klacht), iets waarvoor Pestkop R. ook al niet, of in ieder geval niet onmiddellijk, geschorst werd.
  2. Het incident van vrijdag 1 oktober 2010 waarbij Mark door twee meisjes benaderd, achtervolgd en bij herhaling geslagen werd, gevolgd door leugens van deze meisjes richting de schoolleiding. Achteraf is Mark door bewakingscamera’s grotendeels vrijgepleit voor dit incident!!! De twee slaande en liegende meisjes zijn echter nooit bestraft, terwijl Mark ten behoeve van de waarheidsvinding een dag thuis moest blijven (de onderzoeksschorsing van maandag 4 oktober 2010).
  3. Op vrijdag 1 oktober 2010 heeft Pestkop R. bij herhaling geprobeerd om Mark buiten school op te wachten om Mark opnieuw in elkaar te slaan. Uiteindelijk is Mark deels met bewaking door een docent naar huis gefietst. Mark was ook hier 100% slachtoffer!

 

Aan de medeleerling (Pestkop R.) was door de afdelingsleidster gevraagd om maandag 4 oktober thuis te blijven. Een groot verschil is dat Pestkop R. dinsdag 5 oktober weer welkom was op school, terwijl Mark i.v.m. hoofdzakelijk de valse beschuldigingen over het bustenincident ten onrechte een dag thuis moest blijven.

Onze klacht is uitgebreid onderbouwd, maar kennelijk negeert u de feiten. Uw conclusie is dan ook op onjuiste informatie gebaseerd en als zodanig waardeloos. Uw conclusie verandert niets aan het vaststaande feit dat Mark (als zijnde slachtoffer) met behulp van leugens een tweede schorsingsdag aan de broek kreeg, terwijl alle daders geheel vrijuit (de twee slaande en liegende meisjes) of bijna geheel vrijuit (Pestkop R. moest alleen maandag 4 oktober 2010 niet op school komen) zijn gegaan.

 

Derde klacht:

“De heer Wiering klaagt er ook over dat het verslag dat de adjunct-directeur heeft opgesteld naar aanleiding van het gesprek dat op 5 oktober 2010 is gevoerd, onwaarheden bevat.”

 

Overwegingen van de commissie over dit punt:

 

“Op 5 oktober 2010 heeft klager een gesprek gevoerd met de afdelingsleider en de adjunctdirecteur.

Van dit gesprek heeft klager een geluidsopname gemaakt die hij gedeeltelijk heeft

uitgewerkt. Volgens de adjunct-directeur is de uitwerking niet onjuist maar wel onvolledig. Uit het verslag van klager heeft de Commissie niet kunnen afleiden dat Mark maandag 4 oktober zou worden geschorst om aan waarheidsvinding te kunnen doen inzake de incidenten van 28 september en 1 oktober 2010 en dat Mark mogelijk een dag langer zou worden geschorst als hij schuldig zou blijken. Wat wel blijkt uit het verslag is dat De heer adjunct-directeur heeft gezegd:

"...gezien de schoolreis dan, gezien de situatie van vorige week dinsdag (28 september)

wat onze conciërge gesignaleerd heeft, en toch ook, voor een klein deeltje maar, de zaak van

vrijdag (1 oktober) waarbij hij bij ons had moeten komen en niet zelf het initiatief had moeten

nemen, hebben we voor ons zelf besloten om hem te schorsen voor twee dagen. Dat was

gisteren de eerste dag en dat is vandaag. Dat is één. Twee. Ik heb begrepen dat Mark nu in de

mavo-havo stroom zit, terwijl wij van mening zijn dat hij meer kan dan de laag waar hij nu zit. Hij werkt dus onder zijn niveau. Wij willen hem hangende een mogelijke oplossing, definitieve oplossing, het volgende met hem gaan doen. Wij willen hem in een havo-vwo klas gaan zetten".

Uit het verslag blijkt ook dat er in verband met een mogelijke plaatsing in de Rebound is

gesproken over het OPDC. Verder blijkt uit het verslag dat er is gesproken over de verscheidene incidenten. Van het uitgebreide gesprek heeft de adjunct-directeur een kort gespreksverslag opgesteld dat, voor zover de Commissie op grond van de gedeeltelijke uitwerking van de geluidsopname kan vaststellen, niet in strijd is met deze uitwerking. Een aantal zaken die zijn vermeld in het gespreksverslag stemmen overeen met het verslag van klager. De klacht dat het gespreksverslag dat de adjunct-directeur heeft opgesteld onwaarheden bevat, is naar het oordeel van de Commissie dan ook ongegrond.”

 

Geachte klachtencommissie, zoals u kunt lezen in onze klacht ging onze klacht slechts over de drie vermelde redenen voor de tweede schorsingsdag, niet over de rest van het gespreksverslag! De afdelingsleidster had op maandagmiddag 4 oktober 2010 al telefonisch doorgegeven dat de resultaten van de waarheidsvinding zodanig waren dat Mark dinsdagochtend 5 oktober 2010 niet op school mocht komen. Ook had de afdelingsleidster in hetzelfde telefoongesprek triomfantelijk aangegeven dat excuses van haar kant niet aan de orde waren. Omdat Mark kennelijk een extra dag geschorst werd, begon het gesprek met de nieuwsgierige vraag wat de waarheidsvinding over de twee incidenten opgeleverd had. Onderstaand heb ik de verschillen voor u opgenomen in tabelvorm:

 

 

Tabel met de verschillende redenen voor de extra schorsingsdag van 5 oktober 2010

 

Letterlijke teksten van het gesprek op 5 oktober 2010 van André met de afdelingsleidster en de adjunct-directeur

Gespreksverslag geschreven op 12 oktober 2010

Eerste genoemde reden (school-reis)

De heer adjunct-directeur (31:16):

“Gezien de schoolreis dan”

 

Elders in het gespreksverslag:

Mevrouw de afdelingsleidster (29:39):

“Mark maakte seksueel getinte opmerkingen naar meisjes toe, en hij gedroeg zich heel vreemd op de slaapzaal, hij lag met of zonder onderbroek in bed, hij maakte allerlei seksuele bewegingen.”

 

André (29:55):

“Met onderbroek, niet zonder.”

 

Mevrouw de afdelingsleidster (30:01):

“Ik heb weer een ander verhaal daarover gehoord. En ook (onverstaanbaar, begeleiders?) hebben het ook gezien.”

 

André (30:08):

“Met of zonder onderbroek?”

 

Mevrouw de afdelingsleidster (30:10):

“Met”

 

André (30:12):

“Ja, met onderbroek dus!”

 

De heer adjunct-directeur (35:30):

“Gezien het feit wat er vorige week heeft plaatsgevonden, en vooral die dinsdag, met dat ene meisje, wat de conciërge gesignaleerd heeft en wat op de schoolreis plaatsgevonden heeft, ben ik van mening dat ik hem feitelijk van school zou moeten sturen.”

 

Volledig verdwenen uit het gespreksverslag!!! Vermoedelijke reden is dat de leugen van de afdelingsleidster dat Mark aan twee meisjes gevraagd zou hebben om hem te pijpen (de reden voor ons als ouders om hem op te halen) niet waar bleek te zijn; ondanks herhaalde verzoeken is nog steeds niet duidelijk aan welke twee meisjes Mark dat ooit gevraagd zou hebben, en Mark ontkent in alle toonaarden.

Tweede genoemde reden (busten-incident)

De heer adjunct-directeur (31:16):

“Gezien de situatie van vorige week dinsdag (28 september 2010) wat onze conciërge gesignaleerd heeft,”

 

Elders in het gespreksverslag:

De heer adjunct-directeur (14:37):

“Meneer Wiering, vorige week dinsdag heeft onze conciërge zelf geconstateerd dat Mark op een meisje af liep met de handen naar haar borsten, en zo’n stukje er voor bleef hangen.

(De heer adjunct-directeur doet het met de handen voor en laat zien dat Mark tot 5 centimeter met beide handen voor de borsten van het meisje gekomen is)

Toen heeft de conciërge hem gezegd: Mark, nu kom je hier, nu ga ik met je praten. Op dat moment liet hij een aantal hele vieze dikke scheten waarbij hij in feite zei: “Man, wat ben jij nou voor man, met jou wil ik helemaal niet praten.” Zó weinig fatsoen.”

 

André (15:05):

“U heeft gesproken met de desbetreffende conciërge,[naam Conciërge]en met de heer [naam onderwijsassistent]?”

 

De heer adjunct-directeur (14:37):

“Ik heb gesproken met de desbetreffende conciërge.”

 

André (15:05):

“En die vertelde dus dat Mark dat gedaan zou hebben?”

 

De heer adjunct-directeur (15:18):

“Ja, dat hebben ze geconstateerd! Ze hebben het niet gehoord, ze hebben het gezien!”

 

André (15:26):

“Was het om haar weg te duwen, of was het een seksuele toespeling op...”

 

De heer adjunct-directeur (15:30):

“Het was een seksuele toespeling.”

 

André (15:31):

“Dat vind ik niet correct.”

 

De heer adjunct-directeur (15:33):

“Nou, sterker nog, meneer Wiering, op dat moment kan ik Mark acuut van school sturen wegens seksuele intimidatie. Ik kan hem acuut van school sturen. Dat heb ik niet gedaan nog.”

 

André (15:31):

“Ja, ja.”

 

De heer adjunct-directeur (15:33):

“Dat gaat héél erg ver.”

 

André (15:54):

“Ja, als hij inderdaad, zo gericht (nogmaals dezelfde beweging naar de busten van Meisje Y. nadoend) ...”

 

De heer adjunct-directeur (15:58):

“Wij hoorden dit soort geluiden al meer, dat dit soort gebeurtenissen rond Mark plaats vonden, alleen wij hoorden alleen maar geluiden. We hebben het zelf niet geconstateerd. Maar dinsdag hebben we dus zelf geconstateerd dat het gebeurt.”

 

Elders in het gespreksverslag:

De heer adjunct-directeur (35:30):

“Gezien het feit wat er vorige week heeft plaatsgevonden, en vooral die dinsdag, met dat ene meisje, wat de conciërge gesignaleerd heeft en wat op de schoolreis plaatsgevonden heeft, ben ik van mening dat ik hem feitelijk van school zou moeten sturen.”

 

De heer adjunct-directeur (42:30):

“Maar als die problemen zo groot worden binnen school, dat het zo’n impact heeft binnen de school, dan kan ik niet anders dan hem op grond van de normale regels gewoon van school te sturen. En op basis van seksuele intimidatie had ik dat al kunnen doen.”

 

André (43:09):

“Dat hij met zijn handen richting de busten van [meisje Y] gegaan zou zijn, ja, nou ja, ik was er niet bij.”

 

De heer adjunct-directeur (43:18):

“Dat is gesignaleerd.”

 

André (43:21):

“Ja, Ja, nou ja, dan eh, dan ga ik hem daar zeker op aanspreken. Ik kan wel vertellen waarom ik over dat soort dingen twijfel. Vorig jaar werd verteld dat Mark bij [pestkop meisje S] een klap op haar kont gegeven zou hebben. Later bleek dat het niet zo was, maar dat [pestkop meisje S.] dat verteld had als ..”

 

De heer adjunct-directeur (43:35):

“Zullen we niet in details gaan, want we komen daar niet verder mee.”

 

André (43:40):

“Maar toen bleek het achteraf dus helemaal niet waar te zijn. Dus vandaar dat ik twijfels heb.”

 

 

Volledig verdwenen uit het gespreksverslag!!!

 

De duidelijke reden hiervoor is dat de politie op 12 oktober 2010 ‘s ochtends heeft gedaan aan echte waarheidsvinding waarbij beide getuigen (de conciërge en de onderwijsassistent) hebben verklaard dat ze niets van het bustenincident gezien hadden, dat ze wel gezien hadden hoe Mark geslagen werd, en dat ze daarom boos waren op Pestkop R.. Toen men betrapt was op het vertellen van leugens, heeft men niet gekozen voor het aanbieden van excuses en het ongedaan maken van de schorsing, maar men heeft er voor gekozen om in het verslag het hele bustenincident maar dood te zwijgen!!!!!!!!!!

Derde genoemde reden ((zacht) terugslaan)

De heer adjunct-directeur (31:16):

“en toch ook, voor een klein deeltje maar, de zaak van

vrijdag (1 oktober) waarbij hij bij ons had moeten komen en niet zelf het initiatief had moeten nemen,”

 

Elders in het gespreksverslag:

De heer adjunct-directeur (5:50):

“Het gaat mij er niet om of [meisje Y] één keer geslagen heeft, het gaat mij er niet om of [meisje Y] twee keer geslagen heeft, het gaat mij er niet om dat [meisje Y] geduwd heeft, het gaat mij er om dat het begonnen is bij [meisje Y]; dat zei ik u. Daar gaat het om.”

(Nog meer tekst, maar niet echt van belang aangezien Mark door de bewakingscamera’s grotendeels was vrijgepleit van het incident van 1 oktober.)

 

“de problemen van afgelopen vrijdagmiddag”

 

Maar Mark was door de bewakings-kamera’s juist grotendeels vrijgepleit van de valse beschuldigingen van vrijdag 1 oktober 2010!

Vierde genoemde reden

Dit is niet genoemd als reden voor de tweede schorsingsdag, en dit komt in het hele gesprek niet voor.

“herstellen rust, normaliseren van de situatie”

Vijfde genoemde reden

Dit is niet genoemd als reden voor de tweede schorsingsdag, en dit komt in het hele gesprek niet voor.

“organisatie van het volgende punt rondmaken”

 

 

Het gespreksverslag van de adjunct-directeur zou volgens u “niet in strijd” zijn met wat werkelijk gezegd is over de schorsingsredenen?!? Veruit de belangrijkste schorsingsreden, het bustenincident, wordt niet eens meer opgenoemd!!! En er worden twee extra redenen bij verzonnen die nooit onderwerp van gesprek zijn geweest!

Geachte leden van de klachtencommissie, uw stellingname “niet in strijd” is abject en te gek voor woorden. Hoe is die stellingname mogelijk bij volwassen mensen? Het zegt alles over u maar niets over de enorme verschillen tussen de waarheid (de geluidsopname) en de opgeschreven leugens. U zou zich zéér diep moeten schamen voor uw stellingname.

 

[hier stuk tekst weggelaten]

 

Hoogachtend,

 

 

De heer drs. A.G.J. Wiering, mede namens mevrouw drs. N.G. Wiering-Kopylkova

De Gracht 25

1684 NR Zwaagdijk

Tel. 0228-584632 / 0620000717